Dit zijn de negen IoT-trends voor 2017!
Ter redactie hebben wij de glazen bol maar eens gepakt en het oor te luisteren gelegd. Het resultaat: dé IoT-trends voor 2017. De onderliggende boodschap? IoT gaat volgend jaar een nog sterkere opmars maken. Wij hebben de negen belangrijkste trends voor u op een rijtje gezet.
Dat The Internet of Things een steeds grotere rol inneemt, hoeft u niet van ons alleen aan te nemen. Het gezaghebbende Amerikaanse The Internet of Things Institute stelt namelijk ook dat het steeds beter gaat met de bekendheid met en de implementatie van IoT. Het instituut baseert die conclusie op eigen onderzoek die het dit jaar heeft uitgevoerd. Daaruit is gebleken dat slechts 19 procent van de ondervraagde Amerikaanse managers en overheidsprofessionals nog nooit van IoT hadden gehoord. Zo’n 18 procent had er ‘vaag wel iets over gehoord’. Maar veruit de meerderheid zei bekend te zijn met The Internet of Things. De opmars van IoT in 2017 zal alleen nog maar groter worden, meent het Internet of Things Institute. Die veronderstelling wordt onderschreven door de belangrijkste IoT-trends voor 2017 die wij in kaart hebben hebben gebracht.
Goed IoT-personeel blijft schaars
Eerst maar eens wat slecht nieuws: mensen met IoT-kennis en -ervaring zijn nu al schaars. En dat wordt in 2017 alleen maar erger. Terwijl de nood aan dergelijk personeel juist groter wordt. De IoT-component in de functievereisten strekt zich ook nog eens uit tot buiten het traditionele ICT-domein. Kijk niet gek op als organisaties straks bij het werven van marketingprofessionals ook IoT-gerelateerde kennis en ervaring als vereisten stellen.
De cloud wint (nog meer) aan belang
Dat cloud computing de opmars van The Internet of Things in grote mate heeft gefaciliteerd, is een gegeven. En volgend jaar zal ‘de cloud’ een nog grotere rol gaan spelen als het gaat om het verzamelen en analyseren van de door IoT-apparaten gegenereerde data. En dan is er nog de opkomst van ‘Fog Computing‘. Gouden tijden dreigen aan te breken voor hostingbedrijven (en ‘outsiders’ zoals Philips en Bosch) die expertise op het gebied van Big Data-verwerking en -analyse kunnen combineren met schaalbaarheid van de diverse ‘as a Service’-diensten.
IoT doet zijn invloed op de marketingwereld gelden
De impact van IoT zal met name te voelen zijn bij het gebruik van meerdere communicatie-, afzet- en distributiekanalen (het zogenoemde ‘omnichannel’) om meersoortige informatie over één klant of doelgroep te vergaren. Dankzij IoT-oplossingen als sensoren en beacons zorgen er voor dat marketeers meer (en ook nieuwe) data kunnen verzamelen over de klant/prospect en diens gedragingen.
IoT om IoT gaat verdwijnen
Wie heeft er niet moeten glimlachen om het ‘connected broodrooster‘ of de ‘IoT-sneaker‘? Dat is helaas zo’n beetje het enige dat dergelijke producten teweeg brengen. Consumenten zien de humor er van in, maar stormen niet en masse naar de winkel of de webshop om de apparaten te kopen. Volgend jaar wordt het echter anders, denkt onder andere The Internet Institute. Dan gaan fabrikanten eerst eens goed nadenken over de zin en onzin van dergelijke connected producten. Het startpunt zal in toenemende mate een probleemstelling of een echte consumentenbehoefte zijn in plaats van een ‘gimmick’. Al zal de verleiding groot blijven om (al dan niet als start-up) een connected bierglas op de markt te zetten. Gewoon omdat het kan.
De ‘Dingen’ worden intelligenter
Als je kijkt naar de IoT-hardware die bijvoorbeeld in de industriële sector wordt toegepast, dan is het predikaat ‘redelijk dom’ vaak van toepassing. Het gros bestaat uit zaken als sensoren die een beperkte functionaliteit hebben. Dat gaat in 2017 veranderen. Er komt meer en meer IoT-hardware die al een bepaalde mate van ‘intelligentie’ bezit. Bijvoorbeeld in de vorm van Artificiële Intelligentie-software, ingebakken slimme algoritmes en grotere verwerkingskracht (denk aan snelle processoren).
De IoT-markt blijft groeien, ondanks de veiligheidsrisico’s
De laatste tijd zijn The Internet of Things-oplossingen nogal ongunstig in het nieuws geweest. Van IoT-botnets tot connected speelgoedpoppen die door kwaadwillenden zijn te hacken. Het is niet om echt vrolijk van te worden. Toch zullen die security issues de groei van IoT in 2017 niet afremmen. Daarvoor zijn de voordelen van connected apparaten voor bedrijven en overheden domweg te groot voor.
IoT verandert bestaande business modellen
Een beetje een open deur (wij roepen het al langer), maar toch: door de toepassing van IoT-technologieën kunnen bedrijven van hun traditionele business model afwijken. En daarmee ook nieuwe omzetstromen ontwikkelen. Klinkt dat wat zweverig? Valt wel mee. Er zijn al bedrijven die bijvoorbeeld de gang van de eenmalige verkoop van producten naar continue dienstverlening maken door IoT. Denk aan Philips die van de eenmalige verkoop van een MRI-scanner naar het verkopen van scans gaat. Met een keurige ‘recurring revenue’ voor langere tijd (en met uiteindelijk meer financiële waarde) als gevolg. Andere voorbeelden? Tractorfabrikant John Deere en de industriële conglomeraten General Electric en Robert Bosch GmbH.
Start-ups krijgen meer voet aan de grond
Eigenlijk is dit een trend die zich in de ICT-markt eens in de zoveel jaar herhaalt. Elke keer als er een nieuwe baanbrekende technologie opduikt (zoals internet en IoT), verschijnen er startende bedrijven met briljante ideeën en oplossingen. Die gaan vervolgens groeien als een gek. Wat weer ten koste gaat van de gevestigde orde. Als u het niet gelooft, kijk dan eens naar wat er van Yahoo over is gebleven en hoe de toenmalige start-up Google het tegenwoordig doet.
IoT-standaarden? Daar zijn er zat van!
Ook hier hebben wij al het nodige over geschreven. De Internet of Things-markt heeft, net als andere opkomende markten in de ICT, last van een Babylonische spraakverwarring. Er zijn op dit teveel standaarden die niet of nauwelijks interoperabiliteit kennen. Verwacht in 2017 de nodige initiatieven om standaardisatie en interoperabiliteit op het gebied van IoT te bewerkstelligen. In Nederland is dat overigens al van start gegaan, dankzij organisaties als NEN, TNO, FME en het ministerie van Economische Zaken. Al is dat initiatief vooralsnog beperkt tot de industriële sector.