Intel: “Zelfrijdende auto genereert dagelijks 4 TB data”
Er breken gouden tijden aan voor operators, fabrikanten van opslaghardware en datacenters. Althans, dat lijkt het geval als wij chipmaker Intel mogen geloven. Het Amerikaanse concern voorspelt dat zelfrijdende auto’s per dag zo’n 4 Terabytes (4.000 Gigabytes) aan data gaan genereren. En al die gegevens moeten via draadloze netwerken (operators) ergens naar toe (datacenters) om te worden opgeslagen (opslag). En Intel hoopt hier ook een graantje mee van te pikken door de productie van chips die de data in de auto verwerken.
Volgens Intel-CEO Brian Kzanich is het leeuwendeel van de dagelijkse 4 TB data van een zelfrijdende auto afkomstig van LIDAR, een systeem dat met laserpulsen de afstand tot een object of oppervlak bepaalt. Dat zorgt alleen al voor tussen de 10 tot 70 MB/s. Een goede tweede vormen de camera’s die in de auto zitten: 20 tot 40 Mb/s. De andere IoT-systemen (radar, sonar en GPS) aan boord doen overigens ook dapper mee als het gaat om data genereren. Overigens om die dagelijkse 4 TB (op basis van 8 uur rijden per 24 uur) in perspectief te plaatsen: volgens Intel genereerde een gemiddeld mens in 2016 ongeveer 650 Mb per dag. De chipbakker meent dat ook dat stevig zal gaan groeien: in 2020 moet het op zo’n 1,5 GB uit gaan komen. Maar dat is nog steeds een schijntje vergeleken met de hoeveelheid gegevens die zelfrijdende auto’s dagelijks gaan ophoesten. Hoe dat zich verhoudt tot bijvoorbeeld een slimme fabriek? Zie onder.
Investering in HERE
Het moge duidelijk zijn: Intel wrijft zich in de handen bij het vooruitzicht van miljoenen zelfrijdende auto’s die op basis van Intel-chips hun weg door het verkeer banen. En ook ziet de chipmaker emplooi in andere manieren om geld te verdienen aan de zelfrijdende auto. Wat onder andere blijkt uit de recente aankondiging van de investering van 250 miljoen dollar in de kaartenmaker HERE (sinds eind 2015 gezamenlijk eigendom van autofabrikanten Audi, BMW en Daimler).
Drie data-typen
Om wat voor soorten data gaat het eigenlijk bij zo’n zelfrijdende auto? Intel-topman Kzanich heeft een (subjectieve) indeling van die gegevens. Allereerst is daar de technische data. Denk aan gegevens afkomstig van camera’s en andere sensoren waarmee de auto de informatie van de buitenwereld opvangt. Op basis van die gegevens wordt bijvoorbeeld een boom van een overstekend kind onderscheiden. En op basis daarvan neemt de auto weer een beslissing, zoals het zelfstandig activeren van de remmen.
De tweede data-soort is ‘societal en crowdsourced‘, zegt Intel. Dan gaat het om informatie afkomstig van andere systemen en gebruikers. Voorbeeld? Verkeerssystemen (stoplichten en dergelijke) en apps die door automobilisten worden gebruikt om informatie te vergaren over zaken als actuele verkeersstromen, weersverwachting en parkeermogelijkheden.
En dan is er als laatste data-type de ‘persoonlijke data‘, aldus Intel-bobo Kzanich. Zoals hoeveel mensen er in de zelfrijdende auto zitten. Wat hun persoonlijke voorkeuren zijn voor muziek, temperatuur en stoelinstellingen.
Voor wie het nog eens in beeld en geluid wil horen en zien, hebben wij de video van Brian Kzanich’s bewuste presentatie, vervaardigd door Claudio Francisco. Videootje!
