5G Netwerk IoT

Het is officieel: Britten bannen Huawei uit 5G-netwerken

by Redactie IoT Journaal15 juli 2020

In Nederland kunnen bedrijven, burgers en overheid inmiddels gebruikmaken van 5G, zij het vooralsnog slechts via één operator (Vodafone). In het buitenland is de opvolger van het huidige 4G-netwerk voor draadloze communicatie echter al enige tijd breder beschikbaar. Volgens experts biedt 5G meer dan ‘alleen maar’ sneller up- en downloaden via de smartphone. Het wordt bijvoorbeeld gezien als de gedroomde netwerkinfrastructuur voor grote en complexe IoT-oplossingen zoals zelfrijdende auto’s en slimme fabrieken. Vandaar dat IoTJournaal u op (on)gezette tijden de belangrijkste en meest opmerkelijke nieuwtjes over de nieuwe mobiele standaard brengt. Vandaag: hoe de spullen van de Chinese netwerkleverancier Huawei uit de 5G-netwerken van Groot-Brittannië worden verdreven.

In Groot-Brittannië was er eerst sprake van lichte scepsis over de vermeende Chinese staatsbetrokkenheid bij Huawei. Het land stelde in januari dit jaar dat de hard- en software van het bedrijf in ieder geval niet in de kern van 5G-netwerken mocht worden gebruikt. Deze week heeft de Britse regering zijn standpunt aangescherpt: de spullen van Huawei mogen überhaupt niet meer in 5G-netwerken worden toegepast. De verschillende operators in Groot-Brittannië zijn nu gedwongen Huawei-spullen binnen zeven jaar uit hun 5G-netwerkinfrastructuur te verwijderen. Volgens Oliver Dowden, de minister verantwoordelijk voor telecommunicatie in de Britse regering, is de beslissing gebaseerd op ‘nieuwe informatie over Huawei en de Chinese overheid’. Hij benadrukte tijdens een debat in het Britse Lagerhuis dat het geen makkelijke beslissing was geweest, maar dat het wel ‘de juiste beslissing is voor zowel de korte als de lange termijn voor de nationale veiligheid, de telecommunicatie netwerken en de Britse economie’. De Chinese overheid heeft al in een eerste reactie de Britse regering gewaarschuwd voor ‘ernstige consequenties’ als gevolg van de maatregel. Wat die consequenties inhouden, is nog niet bekend. Naar alle waarschijnlijkheid zullen het echter handelsgerelateerde maatregelen zijn.

‘Achterdeurtjes’

De controverse rond de Chinese fabrikant Huawei duurt al enige tijd voort. Het bedrijf werd in de eerste instantie door de autoriteiten van Verenigde Staten beschuldigd van het inbouwen van ‘achterdeurtjes’ in zijn 5G-hard- en -software. Dat zou het gevolg zijn van te hechte banden tussen de netwerkfabrikant en de Chinese overheid. Het zou die laatste in staat stellen om over 5G-netwerken verzonden informatie te onderscheppen. Voor de VS aanleiding om de spullenboel van Huawei in de ban te doen. In de loop der tijd hebben andere landen het Amerikaanse standpunt min of meer overgenomen. Andere landen, zoals Duitsland, hebben zich tot dusver terughoudender getoond in het uitbannen van Chinese hard- en software uit 5G-netwerken.

Nederland: alleen ‘betrouwbare leveranciers’

De immer voortdurende controverse rond Chinese fabrikanten en hun vermeende samenwerking met de Chinese overheid is ook de Nederlandse regering niet voorbijgegaan. Het heeft daar begin december vorig jaar met een Algemene Maatregel van Bestuur (te downloaden via IoTJournaal, 12 pagina’s, 74 Kb, PDF) een wettelijk kader voor geschapen. In de AMvB staat dat alleen ‘vertrouwde leveranciers’ spullenboel mogen leveren voor ‘kritieke onderdelen’ van de netwerken. Zonder dat de bewuste Chinese fabrikanten, zoals Huawei, daadwerkelijk worden genoemd, lijkt het duidelijk dat de Nederlandse overheid juist die leveranciers in gedachten heeft. Het gaat overigens niet alleen om nieuw aan te schaffen spullen, maar ook om al geïnstalleerde hard- en software. De overheid laat weten dat hiervoor een ‘redelijke termijn’ voor vervanging en eventueel een schadevergoeding komt. In de loop van 2020 moet er een nader besluit worden genomen over welke leverancier betrouwbaar is en welke niet.

Wat in de ogen van het kabinet een vertrouwde leverancier is? Daar staat in de AMvB het volgende over:

“Bij de beoordeling van risico’s ten aanzien van spionage, beïnvloeding of sabotage door statelijke actoren of andere partijen bij digitale producten hanteert het kabinet de overwegingen die zijn vermeld in de brief aan de Tweede Kamer over C2000 (Kamerstukken II 2018/19, 25 124, nr. 96). De criteria in het tweede lid zijn in lijn met de overwegingen genoemd in voornoemde Kamerbrief:

1. Is de partij die de dienst of product levert afkomstig, of staat hij onder controle van een partij, uit een land met wetgeving die commerciële of particuliere partijen verplicht samen te werken met de overheid van dat land, in het bijzonder met staatsorganen die zijn belast met een inlichtingen- of militaire taak, of is de partij een staatsbedrijf?

2. Is de partij die de dienst of product levert afkomstig uit een land met een actief offensief inlichtingenprogramma gericht op Nederland en Nederlandse belangen of een land waarmee de Nederlandse relatie dusdanig gespannen is dat acties die Nederlandse belangen aantasten voorstelbaar zijn?

“Indien het antwoord op de in bovenstaande overwegingen geformuleerde vragen positief is, zal er sprake zijn van een partij die nauwe banden heeft met of onder invloed staat van een staat of entiteit die de intentie heeft een in Nederland aangeboden elektronisch communicatie-netwerk of -dienst te misbruiken of uit te laten vallen, of waarvoor gronden zijn om dergelijke banden of invloed te vermoeden.”