5G Update: Over Nederlandse 5G frequentieveilingen en Chinese uitsluiting

by Redactie IoT Journaal6 december 2019

Naar alle waarschijnlijkheid zo rond medio 2020 kunnen bedrijven, burgers en overheid de vruchten van de eerste commerciële 5G-netwerken in Nederland gaan plukken. Deze opvolger van het huidige 4G-netwerk voor draadloze communicatie biedt dan ‘alleen maar’ sneller up- en downloaden via de smartphone. Het wordt bijvoorbeeld gezien als de gedroomde netwerkinfrastructuur voor grote en complexe IoT-oplossingen zoals zelfrijdende auto’s en slimme fabrieken. Vandaar dat IoTJournaal u op (on)gezette tijden de belangrijkste en meest opmerkelijke nieuwtjes over de nieuwe mobiele standaard brengt. Deze editie staat - voor de verandering - geheel in teken van 5G en Nederland.

Er valt genoeg te melden over 5G in Nederland. Om te beginnen, is er wat meer duidelijkheid gekomen over de aanstaande frequentieveiling. Staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat, EZK) heeft de Tweede Kamer in een Kamerbrief (te downloaden via IoTJournaal, 3 pagina’s, 91 Kb, PDF) laten weten dat er gestart is met een consultatie van de regelgeving inzake de frequentieveiling. Die consultatie loopt tot zes weken na vijf december 2019. De veiling zal zelf (‘conform de afspraken binnen de Europese Unie’) voor 30 juni 2020 plaats gaan vinden Het gaat daarbij om de 700, 1400 en 2100 MHz-frequenties. De door telecompartijen zo begeerde 3,5 GHz band - met name van belang voor de grootschalige uitrol van 5G - komt pas in 2022 onder de hamer. Dat heeft alles te maken met het feit dat deze band ‘boven de denkbeeldige lijn Amsterdam-Zwolle nu nog in gebruik is voor het satellietcommunicatie interceptiestation van de inlichtingendiensten in het Groningse Burum‘, aldus de staatssecretaris. Het bewuste afluisterstation zal ergens in de komende twee jaar worden verhuisd naar een - tot dusver - onbekend land. Volgens experts zal dat naar alle waarschijnlijkheid een plek in Zwitserland zijn.

Voorwaarden frequentieveiling

Staatssecretaris Keijzer is niet scheutig met informatie over de exacte condities die telecompartijen opgelegd krijgen tijdens de veiling. In ieder geval is duidelijk dat de meedingende bedrijven de verplichting hebben om ‘in de toekomst’ mobiele dekking op ’98 procent van de oppervlakte van elke Nederlandse gemeente’ te realiseren. Op welke termijn dat moet gebeuren? Daar laat Keijzer zich nog niet uit. Daarnaast wordt er door de overheid voor gezorgd dat de deelnemende operators ‘over maximaal veertig van het totaal aan beschikbare frequenties kunnen beschikken’. Keijzer: “Daarbij worden ook de huidige vergunningen van de aanbieders meegeteld. Dat betekent dat er minimaal drie aanbieders komen van openbare, snelle mobiele communicatie zoals 5G. Op die manier borgt het ministerie van EZK dat er voldoende concurrentie blijft op de telecommarkt wat leidt tot kwaliteit, innovatie en redelijke prijzen voor consumenten.”

Minimaal 900 miljoen naar de staatskas

De bewindsvrouw heeft tegelijkertijd bekendgemaakt dat de overheid uit de veiling minimaal 900 miljoen euro wil kunnen halen. Daarmee loopt Nederland achter op de opbrengsten die de overheid in landen als Duitsland heeft weten binnen te halen. Bij onze Oosterburen stroomde uiteindelijk - dankzij vier deelnemende telecompartijen - een slordige 6,55 miljard euro naar de staatskas. Bij de Duitse frequentieveilingen in 2015 ging het nog om 5,1 miljard euro. Het uiteindelijke bedrag dat de Nederlandse overheid beurt, kan echter nog oplopen door de veiling van de 3,5 GHz band in 2022.

Alleen betrouwbare leveranciers graag

Het uitrollen van 5G-netwerken behelst ook dat er de nodige hard- en software (nog los van diensten) door de operators moet worden opgesteld. Daarbij speelt op de achtergrond de immer voortdurende controverse rond Chinese fabrikanten en hun vermeende samenwerking met de Chinese overheid. De Nederlandse regering heeft daar nu in een Algemene Maatregel van Bestuur (te downloaden via IoTJournaal, 12 pagina’s, 74 Kb, PDF) een wettelijk kader voor geschapen. In de AMvB staat dat alleen ‘vertrouwde leveranciers’ spullenboel mogen leveren voor ‘kritieke onderdelen’ van de netwerken. Zonder dat de bewuste Chinese fabrikanten, zoals Huawei, daadwerkelijk worden genoemd, lijkt het duidelijk dat de Nederlandse overheid juist die leveranciers in gedachten heeft. Het gaat overigens niet alleen om nieuw aan te schaffen spullen, maar ook om al geïnstalleerde hard- en software. De overheid laat weten dat hiervoor een ‘redelijke termijn’ voor vervanging en eventueel een schadevergoeding komt.

Wat in de ogen van het kabinet een vertrouwde leverancier is? Daar staat in de AMvB het volgende over:

“Bij de beoordeling van risico’s ten aanzien van spionage, beïnvloeding of sabotage door statelijke actoren of andere partijen bij digitale producten hanteert het kabinet de overwegingen die zijn vermeld in de brief aan de Tweede Kamer over C2000 (Kamerstukken II 2018/19, 25 124, nr. 96). De criteria in het tweede lid zijn in lijn met de overwegingen genoemd in voornoemde Kamerbrief:

1. Is de partij die de dienst of product levert afkomstig, of staat hij onder controle van een partij, uit een land met wetgeving die commerciële of particuliere partijen verplicht samen te werken met de overheid van dat land, in het bijzonder met staatsorganen die zijn belast met een inlichtingen- of militaire taak, of is de partij een staatsbedrijf?

2. Is de partij die de dienst of product levert afkomstig uit een land met een actief offensief inlichtingenprogramma gericht op Nederland en Nederlandse belangen of een land waarmee de Nederlandse relatie dusdanig gespannen is dat acties die Nederlandse belangen aantasten voorstelbaar zijn?

Indien het antwoord op de in bovenstaande overwegingen geformuleerde vragen positief is, zal er sprake zijn van een partij die nauwe banden heeft met of onder invloed staat van een staat of entiteit die de intentie heeft een in Nederland aangeboden elektronisch communicatie-netwerk of -dienst te misbruiken of uit te laten vallen, of waarvoor gronden zijn om dergelijke banden of invloed te vermoeden.”